Wat doet mijn kind online?
Zoals eerder beschreven wordt het internet voor vanalles gebruikt. Kinderen zoeken informatie op het internet, communiceren met anderen via het internet of zij zoeken ontspanning via het internet. Veel kinderen hebben een profiel op de profielensite Facebook. Ook maken de meeste kinderen gebruik van e-mail, surfen zij rond op het internet en spelen zij spelletjes. Internet is zo leuk omdat er heel veel te doen is. Iemand hoeft zich op internet niet te vervelen. Internet draagt bij aan de ontwikkeling van jongeren en kan in sommige gevallen het zelfvertrouwen van jongeren vergroten volgens het Trimbos Instituut (2010).
Communiceren
Veel jongeren chatten op het internet. Chatten wordt ook wel 'instant messaging' genoemd en houdt in dat iemand een boodschap verzend naar iemand anders (Wijngaards & Fransen & Swager, 2006). Die ander kan deze boodschap lezen en een boodschap terug sturen. De teksten verschijnen direct op het beeld van de ander. Vandaar het woord 'instant'. Tijdens het chatten kan diegene met wie je chat vaak zien wanneer je een bericht terug aan het typen bent. Chatten is niet moeilijk om te leren en wordt door veel jongeren ervaren als een leuke bezigheid. Een chatomgeving is een soort digitale maatschappij voor jongeren. Zij kunnen hier afspreken met hun echte vrienden of klasgenootjes. Maar zij kunnen hier ook onbekenden ontmoeten en daar gesprekken mee voeren. Jongeren ontmoeten elkaar bijna niet meer in stadsparken of in de stad maar juist op het internet. Een voorbeeld van een chatomgeving is Skype. Dit heette vroeger MSN. MSN is een programma dat op de computer kan worden gezet en veiliger dan een internet-chatomgeving waar zomaar iedereen op kan. Op MSN (nu Skype) kan je kiezen welke mensen aan het sociale netwerk toegevoegd mogen worden. Chatprogramma's worden nu ook gebruikt om foto's te delen of te praten via een webcam. Een webcam is een camera op de computer waardoor gebruikers elkaar kunnen zien.
Uit onderzoek naar online berichten sturen blijkt dat 1,7 procent van de kinderen hun vrienden alleen spreekt via een online berichtenservice (Msn, Skype).
Ongeveer 54,4 procent van de kinderen spreekt hun vrienden zowel online als in het echt. Ongeveer 43,9 procent van de kinderen spreekt hun vrienden in het echt maar sommige vrienden spreken zij alleen via een online berichtenservice. Ongeveer 54,4 procent van de kinderen geeft ook aan dat zij vrienden hebben gemaakt via een online berichtenservice (Wijngaards & Fransen & Swager, 2006).
Een top 5 onderwerpen waar kinderen zoal over praten op het internet zijn (Wijngaards & Fransen & Swager, 2006):
Onderwerp | Aantal procent |
Het nieuws 'wat is nu belangrijk? ' | 88,4 |
Vriendschappen | 69,3 |
Liefde | 63,7 |
School | 61,8 |
Sport | 47,9 |
Ontspannen
Er zijn veel verschillende websites te vinden op het internet. Er zijn bijvoorbeeld websites waar een kind een spel kan spelen, liedjes kan luisteren of mee kan doen aan quizzen. Er bestaan ook websites waar een kind tips kan vinden over hoe het kind 'cool kan worden' of websites met tips over 'hoe krijg ik verkering?' Wanneer kinderen hier deel van uit kunnen maken hebben zij het gevoel ergens bij te horen. Het internet is namelijk erg handig om kinderen bij elkaar te brengen die dezelfde interesses hebben. Er zijn helaas ook een aantal websites die zowel prettig voor kinderen kunnen zijn, als onprettig. Er bestaan namelijk websites waar kinderen ervaringen kunnen delen m.b.t. anorexia of geweld. Deze websites kunnen kinderen helpen om lotgenoten te vinden en ervaringen te delen en hierdoor geholpen worden. Maar er zijn ook kinderen die door deze ervaringen ook ongezond gedrag gaan vertonen. Het is dus belangrijk om extra waakzaam te zijn wanneer deze sites bezocht worden (Wijngaards & Fransen & Swager, 2006).
Informatie zoeken
Op het internet is een boel informatie te vinden over iedere onderwerp dat er bestaat.
Er kan gedacht worden aan informatie over schoolvakken als geschiedenis of aardrijkskunde. Maar ook kan er op internet informatie worden gevonden over zaken die jongeren liever niet met hun ouders bespreken. Zaken als seksualiteit, alcohol en drugs, pestgedrag en depressieve gevoelens.
Informatie kan van verschillende websites worden afgehaald. Sommige websites zijn echter betrouwbaar en de ander wat minder. Betrouwbare informatie staat meestal op websites geschreven door bekende instanties of geschreven door mensen die voor dat onderwerp gestudeerd hebben. Onbetrouwbare informatie kan gevonden worden door websites waar iedereen informatie aan kan toevoegen, namelijk Wikipedia. Niet alles dat op Wikipedia staat is onwaar, maar iedereen kan informatie aanpassen en toevoegen. Soms staan er dus onzinverhalen op Wikipedia. Kinderen geloven vaak wel dat wat zij lezen op internet waar is. Ongeveer 80% van de jongeren gelooft dit. Kinderen moeten er rekening mee houden dat niet alles dat op internet wordt geschreven de waarheid is. Ook wordt er veel reclame gemaakt op internet. Veel van deze reclame is specifiek gericht op jongeren en probeert de jongeren te verlokken om iets te kopen of aan hun ouders te vragen of ze iets mogen kopen. Een andere informatiebron die internet biedt zijn 'reviews'. Dit zijn stukjes tekst geschreven door mensen die een bepaald product hebben gekocht. Deze 'reviews' kunnen worden gelezen door mensen die interesse hebben in dat zelfde product. Let op, zelfs hierbij kan de gegeven informatie misleidend zijn (Wijngaards & Fransen & Swager, 2006).